Het zweet staat op mijn rug ondanks de gure oostenwind en de temperatuur van amper vijf graden. Eindelijk thuis. Ik ben blij dat de rit erop zit. Bij vertrek was het zelfs nog een paar graden kouder, net boven nul. Het groepje mannen waarmee ik me ’s ochtends de weg op begaf voor een rit van 85 km, zag er goed voorbereid uit: overschoenen, minstens drie lagen kleding, winterbroeken, dikke handschoenen, colletjes rondom de hals en uit de meeste zakken zag ik regenjasjes steken. Je weet maar nooit immers. Maar afzeggen vanwege het weer? Nee, dat zit niet in ons karakter. De wind is je beste vriend, zegt men wel. Extra training, gratis en voor niets! Het was hard werken vanmorgen.

Flink doortrappen. Af en toe kon ik even in de luwte rijden achter de rug van een fietsmaat, maar even later kreeg ik de wind weer met volle kracht tegen mijn gezicht. Het bleef zoeken naar de juiste positie. Duwen, trekken, duwen, trekken met die pedalen. Het zuur brandt in m’n dijen, m’n kuiten verkrampen. Praten lukt niet meer, want m’n adem schiet tekort. Niet dat ik wat hoor, want de bulderende wind waait alle stemgeluid weg. Er is evenwel geen andere optie dan doortrappen, want in het begin van het jaar kweek je de conditie voor de rest van het seizoen. Dat weet iedereen. De meeste van mijn fietsmaten hebben een lange staat van dienst. Ze fietsen vanaf hun jonge jaren. De status ‘Master’ heeft elk van hen stuk voor stuk verdiend. Je voelt dat ze genieten van het harde werken. Nog steeds sterk en taai. Mannen met karakter. Het zijn echter Doortrappers. Achter de geraniums zitten kan altijd nog.

Ik zet mijn helm af en ontdoe me van m’n over-en-fietsschoenen. Mijn wangen zijn rood, maar of dat van de kou komt of van het harde trappen? Een combinatie ervan denk ik. Terwijl ik mijn telefoon pak om Strava te synchroniseren, zet ik het koffiezetapparaat aan. Tijdens het fietsen had ik al een passende titel voor de rit bedacht. ‘Lekker doortrappen onder barre omstandigheden.’ Of iets in die geest. Iets dat klinkt zoals het was: stoer. Met een kop sterke koffie kom ik wat bij en ik zie de data op Strava. Ondertussen komen de eerste kudo’s binnen nog voor ik zelf goed en wel de rit gezien heb. Ben niet ontevreden over het gereden tempo. Met die wind en die kou had ik minder verwacht.

Nog steeds nahijgend van het doortrappen open ik de mooie nieuwe website van Vlek15. Ik heb de smaak van het fietsen helemaal te pakken, en wil weten wat er voor volgend weekend op het programma staat. Dan valt mijn oog op de sub-kopjes bij T25 en T28. Masters en Doortrappers. Een teleurstellend gevoel bekruipt me. Mijn euforie over de voorbije rit verdwijnt even als sneeuw voor de zon. Dan herpak ik me. Masters géén doortrappers? Tuurlijk wel! Wij zijn de masterdoortrappers! Doortrappen doet iedereen bij Vlek15. Het is maar hoe je het beestje noemt.
Gonda Schalij
Reactie plaatsen
Reacties
Hahaha, deze webmaster voelt zich een klein tikkeltje aangesproken š . Want ādoortrappenā, dat doen we allemaal. Met dezelfde tegenwind en barre omstandigheden. Maar dit prachtige artikelā¦. dat is toch echt een āMasterpieceā. Of moet ik dan toch zeggen een āDoortrappersmasterpieceā? š
Meesterlijk Gonda!
Mooi en krachtig opgeschreven Gonda